Guido Pieter Theodorus Josephus Gezelle (Brugge, 1 mei 1830 – aldaar, 27 november 1899) was een Vlaamse rooms-katholieke priester, lyrisch dichter en hekeldichter, taalwetenschapper, leraar, journalist en vertaler. Hij is bekend om zijn fijnzinnige gedichten over de natuur, zijn beeldend taalgebruik en zijn virtuoos taalkunstenaarschap. O 't ruischen van het ranke riet en Het Schrijverke uit de dichtbundel Vlaamsche Dichtoefeningen (1858) zijn slechts twee van zijn bekendste werken. De thematiek van zijn gedichten is typisch romantisch, met onderwerpen als natuur, vriendschap, religie en de dood.
't Meezeken
’t Meezeken
Daar hipt en wipt, den tak omtrent,
een pimpermeesk', half zonneblend;
en 'k hoor zijn bekske, naaldefijn,
herhalend en hertalend zijn,
hoe 't blijde en hoe 't ja vromer is,
nadien 't nu eenmaal zomer is.
Ja-wel, mijn kleentje, en meê met u,
zoo hipt mijn herte en wipt het nu,
vol hope, omdat 't weêr zonneschijn
verblijden zal, en zomer zijn!