Gedicht
1/1

Feiten over het paradijs

het is omheind.
de weg erheen gespookt door taken.
de dis voorbij, maar ver van veilig:
de tover bijt je in de hielen
iets kleins springt op en neemt zijn ware vorm aan
toorn, gedonder
vroeg of laat vindt de douane je.
alleen de leegste zielen waaien op naar de onsterfelijkheid
jij en ik, Vicinus, en de rest van de heffe
komen er niet in.