Gedicht
1/1

RUZIE

ik stap uit mijn kamerjas
de ochtend binnen
in de straat schuifelt verkeer
het asfalt glanst

een sinaasappel wordt
voor mijn voeten overreden
en ik besef dat ook

fruit slechte dagen kent
ruitenwissers zwiepen
als haastige metronomen
regen tegen fietsers

ik wou dat ogen ook ruitenwissers hadden
dat de tijd zich keerde,
en zie

sap stroomt weer de sinaasappel in
het fruit rolt in een boodschappentas
en draagt zich naar de winkel

de kamerjas omhelst mijn lijf
ik ga achterwaarts de trap op
lakens kruipen naar mijn borst

scheuren dichten zich
lijm wordt opnieuw sterk,
houdt ons bij elkaar