Gedicht
1/1

MÉMÉ

Met haar mooie, grote handen
rijgt ze miljoenen kleine gebaren
meesterlijk aaneen

Geeft ze ons alle zesentwintig
rijkelijk evenveel,
en nog heeft ze over

Legt ze minutieus wat uit elkaar viel
weer op orde, in zorgzame handelingen
glijdt haar onrust van haar af

Met haar mooie, grote handen
rustig, beheerst