Paul Demets is dichter en essayist. Hij studeerde Germaanse filologie en theaterwetenschappen aan de KU Leuven. Hij is deeltijds lector aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Gent (Hogeschool Gent) en deeltijds onderwijsdidacticus aan de Universiteit Gent. Hij is de vaste poëzierecensent voor de krant 'De Standaard'. Daarnaast recenseert hij voor 'Awater', 'Poëziekrant' en 'De Lage Landen'. Hij publiceert daarnaast regelmatig over theater in verschillende tijdschriften, zoals 'Etcetera', 'Documenta' en' De Lage Landen'.
Wintertros
We houden de winter aan de deur. De mannetjes
zijn buiten gebleven. We houden haar warm
in ons midden. Als we het koud krijgen, schuiven
de buitenste op naar binnen. We hebben, zegt ze,
lichamen om ons om elkaar heen te bewegen.
Er is nog honing en stuifmeel genoeg.
En haar krimpen, haar kleine wereld
om alles op ware grootte te bekijken.
Je viel even weg. Nu hoor ik je weer beter.
Ja, het zou goed zijn als ze jullie nog een keer
kan zien. Haar blik, haar ademhalen, van binnen
naar buiten. Ze heeft armen die alles omsluiten.