Gedicht
1/1

Tellen

D. kijkt graag vogels, ik mag mee. Kijk, zeg ik,
een bonte ekster. Nou, zegt D.,
dat is een Vlaamse gaai.

En daar, bij de waterkant, zit een jonge
wintertaling. Nou nee, zegt D.
Dat is een smient.

Verrijkend is het, vogelkijken. We zijn pas
net begonnen en we hebben er
al vier gezien.