Gedicht
1/1

Rij

We wandelen met de klas
in een rij.
Hier en daar zwaait
een been opzij,
maar samen lijken we
één groot beest,
dit is een soort
insectenfeest.
We slingeren lekker,
we stampen fijn,
en ik loop voorop
de kop te zijn,
dus roep ik
naar mijn achterste klasgenoot:
‘Leve de kont
van de duizendpoot!’