Gedicht
1/1

we bestaan uit verschrikkelijk veel water

voor wel tachtig
          negentig procent
bestaan we uit water

zo belachelijk veel water

en we blijven maar drinken

wie niet drinkt
krijgt dorst

Mohammed Ali kwam om van de dorst
zijn mond
een houten kerk
door leeuwen bewoond

kraakte in wreed zonlicht
zeeg ineen

de kattenwezens kropen grommend uit de puinhoop
likten hun wonden schoon op het kerkhof
in de schaduw van de haag

we moeten goed blijven drinken