'Jana Arns (Gent, 1983) is dichter, schrijfdocent, een beetje fotograaf (en muzikant op rust).
Met haar debuut 'Status: het is ingewikkeld' won zij de Prijs Letterkunde Oost-Vlaanderen 2017. Daarna verschenen de bundels 'Nergens in het bijzonder', 'Het is het huis dat niet goed alleen kan zijn', 'BUNKER' (i.s.m. Stad- & BIB Sint-Niklaas) én de duobundel met Astrid Arns 'In welke vrouw ik leef'. Dit najaar verschijnt haar nieuwste telg 'Ten minste houdbaar tot' (allen bij Uitgeverij P). Ze publiceerde in o.a. De poëziekrant, Deus ex Machina, Gierik & NVT, Meander, Het Gezeefde Gedicht, Het Liegend Konijn, Ooteoote, won de Literaire Prijzen Stad Sint-Truiden (2018), Literatuurprijs Zeist (2018), de prijs van de Stad Harelbeke (2020) én werd meermaals genomineerd voor de Mélopee poëzieprijs. Enkele gedichten werden opgenomen in de bloemlezing 'De 100 beste Nederlandstalige gedichten' van de VSB Poëzieprijs/ De Arbeiderspers 2018 & in de klimaat- bloemlezing 'Zwemlessen voor later' (Uitgeverij Vrijdag) . Samen met dichter RRVL stelde ze de bloemlezing 'De grote inkijk' samen. Met haar moeder/dichter Astrid Arns vormt ze A². Samen schreven ze een eerste duobundel. Jana's gedicht 'Dochter' werd hieruit geselecteerd voor de '44 beste gedichten van de Herman De Coninckprijs 2022'. Samen met componist Frank Nuyts en pianiste Iris De Blaere vormt ze het trio 'Les nièces de Diderot' waar ze de grenzen tussen poëzie en muziek aftast. Tenslotte is ze verbonden als leraar schrijven aan d' Academie Podium van Sint-Niklaas én Kade Deinze.
Rampverlof
De straat met zorgen aangelengd.
Wagens varen voorbij.
Recht onder ons slaapkamerraam
legt het cruiseschip aan.
Aan boord: duikplanken vol boeken.
De personages springen in het diepe.
Er komen woorden aangedreven:
wie zal de wolkbreuk spalken?
Men bouwde huizen met dominostenen.
Wij vouwen bootjes van verzekeringspapieren.