Gedicht
1/1

Ik dook voor u
Viel uit de lucht gelijk een blok
Een lustgedreven vogel
(Jij sloot je raam, ik zag je staan,
nachtnaakt in blauwig licht —
ik moest je. ’t Was geen keuze.)

Als ik nu opgesloten zit
Gevangen tussen wild en tam
Verstrikt ben in je armen
Was dat mijn wens

Dat is het nog.